Duizenden jaren geleden, in wat nu de Dominicaanse Republiek is, exploiteerden oude bijen een ongewone broedplaats: de botten van uitgestorven zoogdieren. Onderzoekers hebben bewijs gevonden dat bijen zich ingraven in de tandkassen van gefossiliseerde knaagdieren en luiaards, een gedrag dat nog nooit eerder in de paleontologie is gedocumenteerd. Deze ontdekking biedt nieuw inzicht in het aanpassingsvermogen van bijen en de complexe interacties binnen oude ecosystemen.
De gruwelijke habitat
De bevindingen zijn afkomstig uit Cueva de Mono, een grot bezaaid met de overblijfselen van uitgestorven dieren. Wetenschappers onderzochten aanvankelijk de locatie op zoek naar gefossiliseerde hagedissen, maar beseften al snel dat ze op een prehistorisch ‘moordveld’ waren gestuit: de opeenhoping van botten die door oude uilen waren uitgebraakt. Tussen deze botten ontdekten ze tienduizenden kaakbeenderen met gladde, komvormige structuren in de tanden. Dit waren geen natuurlijke formaties, maar eerder de waterdichte broedcellen van solitaire bijen.
Een unieke neststrategie
De bijen, een soort die nog moet worden geïdentificeerd, profiteerden blijkbaar van de vooraf gemaakte holtes in de botten. Het fossielenbestand suggereert dat dit gedrag plaatsvond tijdens de late Quartaire periode (beginnend 125.000 jaar geleden), waarbij een deel van de bijenactiviteit meer dan 4.500 jaar teruggaat.
Waarom botten? Onderzoekers theoretiseren dat ondiepe of dunne bodems in de omliggende bossen bijen ertoe aanzetten alternatieve broedplaatsen te zoeken. Mogelijk hebben de botten ook een extra beschermingslaag geboden tegen roofdieren zoals parasitaire wespen, omdat ze als een natuurlijke ‘thermosfles’ fungeerden om zich ontwikkelende larven te beschermen.
Gemeenschappelijk nestelen in oude botten
Het bewijs suggereert herhaald gebruik van de botten gedurende langere perioden. Er werden meerdere nesten gevonden in individuele tandholten, wat duidt op gemeenschappelijk nestgedrag. Bijen keerden mogelijk generatie na generatie terug naar dezelfde botstructuren. Dit wordt ondersteund door de ontdekking van nesten in meerdere grondlagen in de grot.
Deze ontdekking benadrukt hoe zelfs uitgestorven dieren lang na hun dood een rol kunnen blijven spelen in ecosystemen en als onverwachte toevluchtsoorden voor andere soorten kunnen dienen. De bijenbotrelatie biedt een uniek perspectief op de prehistorische ecologische dynamiek.
De bevinding toont aan dat oude organismen zelfs in de dood het leven in stand kunnen houden. De bijen exploiteerden niet alleen een hulpbron; ze waren zich aan het aanpassen aan een unieke kans die roofdieren hadden achtergelaten.
